Aandelen in onsterfelijkheid : museaal mecenaat , particulier initiatief en overheid
TitleAandelen in onsterfelijkheid : museaal mecenaat , particulier initiatief en overheid
Author
Year of publication1990
Materialboek
Notesp. 72-129
SubjectNederland, museumbeleid, musea, subsidietoekenning, commerciële organisaties, musea, kunstcollecties, mecenaat, particuliere fondsen, schenkingen
Abstract
Er zijn vier fasen te onderscheiden in de ontwikkeling van kunstmusea. Vanaf 1780 werden musea opgericht waarbij individuen als stichters een doorslaggevende rol speelden. Sinds 1860 konden de musea zich vooral door een toenemend aantal donaties, legaten en bruiklenen uit particuliere verzamelingen uitbreiden, waarbij de onderlinge concurrentie groot was. De derde fase, vanaf 1940, wordt gekenmerkt door een exponentiële groei van overheidssubsidies en bemoeienis. Op de langdurige uitbreiding van de staatsinvloed volgde een bescheiden privatisering: financiering buiten de subsidiestroom, in het bijzonder vanuit het bedrijfsleven, kreeg weer meer aandacht en waardering. De vier fasen worden toegelicht aan de hand van concrete voorbeelden van donaties, legaten, bruiklenen, fondsen, adviseurs, vriendenverenigingen en sponsoring.