|
|
 |
| Titel |
Onder de motorkap van het internationaal cultuurbeleid |
| Auteur |
A.J. Jenniskens |
| Tijdschrifttitel |
In: MMNieuws. 10(2008)6/7(.8-9) |
|
| Trefwoorden |
internationaal cultuurbeleid, buitenlandse activiteiten, internationale handel, subsidies, economisch belang, cultuurgoederen, creatieve industrie, globalisering, Nederland, tijdschriftartikelen (vorm) |
Samenvatting
De laatste jaren is het internationale cultuurbeleid onderwerp van hevig debat geweest. Wie in Nederland ondersteuning wil krijgen voor zijn kunst of creatieve product in het buitenland, moet naast talentvol ook inventief zijn. De ministeries van Economische Zaken (EZ), Buitenlandse Zaken (BuZa), Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en een groot aantal cultuurfondsen stellen jaarlijks miljoenen beschikbaar voor de promotie van Nederlandse kunst en cultuur in het buitenland. Voor kunstenaars, producenten en andere soorten makers is via verscheidene wegen geld en ondersteuning beschikbaar, maar wie een totaaloverzicht zoekt, vangt bot. Hoe is het huidige internationaal cultuurbeleid nu concreet vormgegeven? In opdracht van de ministeries van EZ en OCW bracht LAgroup Leisure & Arts Consulting het totale aanbod van financiering en activiteiten in kaart. Hierbij draaide het om vragen als: voor wie zijn welke gelden precies toegankelijk? Kun je als maker eenvoudig aanspraak maken op ondersteuning en wat voor eisen worden er aan jou en je werk gesteld? Mag je als winstgevende organisatie subsidie krijgen? Is de doelgroep bekend met de mogelijkheden die de ministeries en de fondsen bieden? Het rapport is in de catalogus te vinden onder de titel 'De internationale promotie van Nederlandse cultuur en creativiteit : het instrumentarium van regelingen en activiteiten geëvalueerd : eindrapport'. |
|
|
|
|