Cultuur dichtbij, dicht bij cultuur : advies cultuurbestel 2021-2024
TitelCultuur dichtbij, dicht bij cultuur : advies cultuurbestel 2021-2024
Corporatieve auteur
Plaats van uitgaveDen Haag
UitgeverRaad voor cultuur
Jaar van uitgave2019
Materiaalboek
Annotatie171 p.
Onderwerpkunst, cultuur, creatieve industrie, cultuurbeleid, kunstbeleid, financiering, culturele organisaties, kunstenaars, subsidies, regionaal beleid, kunsteducatie, cultuurdeelname, onderzoek, toekomstvisies, cultuurnota 2021-2024, Nederland, adviezen (vorm)
Samenvatting
In het advies over het cultuurbestel vanaf 2021 pleit de Raad voor Cultuur voor een verbreding van het rijkssubsidiestelsel, waar zo’n negentig instellingen onder vallen, met meer aandacht voor de regio en een moderne canon. Het landelijke cultuurbestel moet meer rekening houden met het veelzijdige culturele leven in Nederland. Iedereen in ons land moet toegang hebben tot cultuur. Door nauw samen te werken met gemeenten en provincies (stedelijke cultuurregio’s) bij de ontwikkeling van cultuurbeleid, kan er een sterker en gevarieerder bestel ontstaan. Ook pleit de raad voor een breder regionaal aanbod en een lokale verankering van cultuur en erfgoed. Daarom moet bij de uitbreiding van de BIS worden uitgegaan van een evenwichtige spreiding door het land. Een aantal toonaangevende instellingen uit stedelijke cultuurregio’s, zoals ontwikkelinstellingen, presentatie-instellingen en festivals, verdient een plek in de BIS. Maximaal vijftien regionale musea met collecties van nationaal belang ontvangen straks rijkssubsidie. 25 musea met een rijkscollectie moeten volgens het advies geheel gaan vallen onder de Erfgoedwet, waar nu al hun subsidie voor behoud en beheer is ondergebracht. Er komt meer aandacht voor design, mode, urban arts, e-cultuur, popmuziek, musical en hedendaagse muziek. Daarom wordt ook het aantal festivals in het subsidiestelsel uitgebreid. Verder worden de categorieën theater, dans en opera losgelaten, zodat ook interdisciplinaire gezelschappen een beroep op rijkssubsidie kunnen doen. Een duurzame verbetering van de arbeidsmarktpositie van professionals in de kunst- en cultuursector is essentieel volgens de raad. In de huidige kabinetsperiode is er vanaf 2020 jaarlijks 80 miljoen euro extra voor cultuur beschikbaar. Daarvan is een groot deel al gereserveerd. De voorstellen van de raad voor de subsidieperiode 2021-2024 bedragen in totaal 34 miljoen euro. Daarnaast adviseert de raad om in 2020 eenmalig 15 miljoen euro te investeren in een scholingsfonds en 5 miljoen euro in de opzet van een revolverend fonds. Zo’n fonds stelt cultuurproducenten in alle disciplines en genres in staat om meer artistieke risico’s te nemen. Voor de langere termijn is er een substantiële, extra investering nodig – bovenop de impuls van 80 miljoen euro – om de vitaliteit van de sector te garanderen, werkenden fatsoenlijk te betalen en kunst en cultuur voor de hele samenleving toegankelijk te maken. De raad ziet mogelijkheden om de financiële middelen aanzienlijk te verruimen via bijvoorbeeld een revolverend fonds, de Geefwet, loterijgelden voor kunst en cultuur en het belasten van superplatforms zoals Netflix, Google en Facebook.
Reactie van G. Pama: 'Meer subsidie voor regionale musea', NRC Handelsblad, 11-4-2019, reactie verschenen in de Volkskrant, 12-4-2019
Reactie van G. Pama: 'Meer subsidie voor regionale musea', NRC Handelsblad, 11-4-2019, reactie verschenen in de Volkskrant, 12-4-2019


