Boekman 109 Naar een nieuw cultuurbestel
- Tijd voor een nieuw cultuurbestel
- Een nieuwe attitude voor Jeanne d’Arc : op zoek naar vruchtbare frictie in het subsidiedebat
- Filmsector gebaat bij flexibelere financieringsprotocollen
- Nieuwe visie op auteursrecht
- Kunstenaars en ontwerpers als aanjagers van vernieuwing
- Wie slaat de brug tussen de popsector en subsidieverstrekkers?
- Politiek en kunst als yin en yang : ontwikkelingen in het theater
- Pleidooi voor visionair architectuurbeleid : interview met Winy Maas
- 'Een digitale bezoeker is niet minder waard dan een fysieke bezoeker’ : interview met Bas Kwakman, directeur Poetry International Rotterdam
- Huidige subsidiesystematiek niet vriendelijk voor vernieuwing : interview met Aruna Vermeulen, directeur HipHopHuis
- Internationalisering als strategie : interview met Susanne van Els, Head of classical music, Conservatorium Maastricht
- ‘Onmaat’ op maat : een nieuw kompas voor cultuureducatie
- Het deskundigenoordeel in de kunst verliest aan betekenis
- Kunst- en cultuuropleidingen in Nederland
TitelBoekman 109 Naar een nieuw cultuurbestel
Plaats van uitgaveAmsterdam
UitgeverBoekmanstichting
Jaar van uitgave2016
Materiaalboek
Onderwerpkunsteducatie, creatieve industrie, kunst, cultuur, beoordeling, kunstbeleid, cultuurbeleid, culturele organisaties, sociaal-economische positie, kunstenaars, subsidies, regionaal beleid, decentralisatie, beleidslegitimering, Nederland, themanummers (vorm), tijdschriften (vorm)
Bestaat uit
Samenvatting
Kunstenaars en cultuurinstellingen hebben behoefte aan een herinrichting van het cultuurbestel, mede omdat de subsidievoorwaarden haaks staan op de wijze waarop zij werken. Kunstenaars opereren eerder multi- dan monodisciplinair, zij maken gebruik van de nieuwste technologieën, gaan allianties aan met hun publiek en breken uit de culturele sector om te werken in andere maatschappelijke domeinen. Hun werk, steeds vaker proces- in plaats van productgericht, wordt gepresenteerd op plekken die daarvoor niet zijn gebouwd of ingericht. De doorstroom van jonge makers stagneert, de economische positie van makers is bovendien weinig florissant. Het publiek stelt andere eisen en daardoor verandert ook de vraag aan de instellingen. Omdat de beschikbare subsidiegelden ruimschoots worden overvraagd, zijn de procedures dichtgetimmerd met criteria en gejuridiseerd. Het cultuurbestel implodeert. Hoe kan het anders?