Kunstkritiek als exact vak? De kunsthistoricus als criticus 1960-2005
TitelKunstkritiek als exact vak? De kunsthistoricus als criticus 1960-2005
Auteur
Plaats van uitgaveRotterdam
UitgeverNAi uitgevers
Jaar van uitgave2015
Materiaalboek
ReeksKunstkritiek in Nederland 1885-2015; 4
ISBN9789462081352
Annotatie271 p. : afb. ; 24 cm. - Met lit.opg.
Onderwerpkunstkritiek, kunst, beoordeling, esthetica, beleving, kunstgeschiedenis, kunststromingen, beeldend kunstenaars, beeldende kunst, kwaliteit, dagbladen, tijdschriften, 1960-1970, 1970-1980, 1980-1990, 1990-2000, 2000-2010, Nederland
Digitaal documentNiet aanwezig in deze bibliotheek. Wel bij andere bibliotheken, zie
Samenvatting
Onderzoek naar de wijze waarop kunsthistorici hun stempel hebben gedrukt op de Nederlandse kunstkritiek, die lang werd bepaald door selfmade critici. Tegen vooroordelen in, als zouden wetenschap en kritiek onverenigbaar zijn, eisten academici als Carel Blotkamp en Rudi Fuchs vanaf halverwege de jaren zestig van de twintigste eeuw met rake observaties en goed beargumenteerde teksten over de baanbrekende avant-gardekunst van die dagen zelfbewust een plek op in het genre. Jongere kunsthistorisch gevormde critici als Bert Jansen en Paul Groot, en later Sven Lütticken en Camiel van Winkel, werkten zeer uiteenlopende richtingen uit, van puntige recensies in dag- en opiniebladen tot academische essayistiek in vaktijdschriften. Aan de hand van beschouwingen over veelbesproken tentoonstellingen als Op Losse Schroeven, Sonsbeek 93 en kunstenaars als Barnett Newman, Andy Warhol, Jeff Koons, Luc Tuymans en Tino Sehgal brengt de auteur in kaart wat de art historical turn voor de Nederlandse kunstkritiek heeft betekend.
Recensie door Carel Peeters in Vrij Nederland, 30-3-2016
Recensie door Carel Peeters in Vrij Nederland, 30-3-2016